maandag 29 april 2013

Hirado

Inmiddels zit de vierde week in Nagasaki er alweer op! Ongelooflijk hoe snel de tijd gaat, we zijn al bijna op de helft van onze stage hier.

Vorig weekend heeft onze baas ons meegenomen naar Hirado, een klein stadje waar gedurende korte tijd een handelspost van de VOC heeft gestaan. Onderweg kwamen we langs Holland Village, een attractiepark dat tien jaar geleden failliet is gegaan. Tegenwoordig is er niets meer te beleven, maar de gebouwen staan er nog wel. Die zijn heel nauwkeurig nagebouwd, waardoor het echt voelt alsof je even terug in Europa bent.


Daarna zijn we verder gereden naar Mt. Nagushi, waar een prachtig bloemenpark in de bergen ligt. Als je de berg beklimt heb je geweldig uitzicht over de zee en de eilanden aan de kust. De foto's spreken voor zich, het was echt adembenemend!



Daarna zijn we door Hirado gereden naar het eiland Ikitsuki waar een klein vissersdorpje ligt. Ik heb daar de lekkerste en verste sushi gegeten die ik ooit in Japan ben tegengekomen. Wel een verrassing was dat het vlees dat erbij geserveerd werd geen kip bleek te zijn, maar de eierzak van een vis. Als je er even op kauwt komen er allemaal eitjes uit, ik geloof niet dat ik ooit zoiets raars heb gegeten.


Vervolgens hebben we het museum van Ikitsuki bezocht om meer te leren over de geschiedenis van het eiland. Ikitsuki staat voornamelijk bekend om de walvisvaart. Dit is een controversieel onderwerp in het Westen, maar het was wel interessant om meer te leren over de geschiedenis van deze traditie en over walvissen zelf (ik wist bijvoorbeeld niet dat sommige walvissoorten een snor hebben, en andere een hoorn op hun hoofd).


Ook was Ikitsuki een plek waar veel christenen waren ondergedoken. Toen het shogunaat in de 17e eeuw besloot het geloof te verbieden werden christenen vervolgd en velen gedood, maar in Ikitsuki hebben christenen eeuwenlang hun geloof beoefend en doorgegeven aan volgende generaties. Om niet betrapt te worden gebeurde dit in het diepste geheim, in achterkamertjes zoals in het museum is nagebouwd (zie de foto linksonder). Hier werden Jezus, Maria en andere heiligen afgebeeld als Boeddhistische godheden zodat niemand erachter kwam dat er christelijke heiligen aanbeden werden.


Tenslotte zijn we doorgereden naar Hirado, waar we even door het plaatsje zijn gelopen en daarna het museum van de VOC handelspost hebben bezocht. Onze medestudenten lopen daar nu stage en hebben ons een rondleiding gegeven. Het was erg leuk om Hirado een keer te bezoeken en meer te leren over de geschiedenis, die verbonden is met die van Dejima en Nagasaki. Helaas is het stadje vrij afgelegen en wat moeilijk bereikbaar, waardoor veel toeristen het overslaan.


vrijdag 19 april 2013

Dazaifu

De nieuwe week begon met spierpijn van het bergbeklimmen afgelopen weekend, maar maandag zijn we meteen weer op pad gegaan. We mochten mee naar het Kyushu National Museum in Dazaifu, waar een tentoonstelling werd geopend over Vietnam.


Na afloop hebben we de beroemde Dazaifu Tenmangu schrijn bezocht, waar veel scholieren en studenten komen om te bidden voor goede studieresultaten. De schrijn is gewijd aan Sugawara no Michizane, een beroemde Japanse geleerde die wordt vereerd als godheid van het onderwijs. In 903 overleed hij in Dazaifu en op zijn graf is deze schrijn gebouwd.
Er gaat een legende dat toen Michizane werd begraven de koe die de wagen met zijn kist trok plotseling weigerde verder te lopen. Dit werd als een teken gezien, en Michizane is op precies deze plek begraven. Hierdoor is de koe een symbool van de schrijn en staan er overal standbeelden van koeien. Er wordt gezegd dat het geluk en wijsheid brengt om de koe te aaien, en omdat scholieren hier voor goede studieresultaten wensen wordt hij de hele dag over zijn hoofd geaaid.


We hebben voor geluk met onze scriptie gewenst en daarna nog een lokale specialiteit geprobeerd (mochi, een soort rijstcake met matcha, groene poederthee). Op de terugweg naar Nagasaki zijn we via Fukuoka gereisd, zodat we aan de rivier bij een stalletje ramen (een soort noedelsoep) konden eten.


Op werk zijn we bezig geweest met de voorbereidingen voor het Oranjefestival volgende week, waar we Koniginnedag en de troonswisseling in Nederland gaan vieren. Ook mogen we meedenken over de inrichting en inhoud van een tijdelijke tentoonstelling over Nederland die binnenkort wordt geopend. Het is heel interessant om te zien hoe zo’n tentoonstelling tot stand komt en ik ben erg benieuwd naar het eindresultaat.



We zijn verder veel bezig met PR voor het museum, bijvoorbeeld door radio-interviews te geven en model te staan voor promotiemateriaal voor toerisme in Nagasaki. Vorige week hebben we geposeerd als Europese toeristen, deze week werd me gevraagd om samen met twee Japanse meisjes in kimono te poseren op Dejima. Het is wel spannend, vooral de live interviews in het Japans op de radio, maar het is heel leuk dat we regelmatig herkend worden van televisie en uit de krant.



dinsdag 16 april 2013

Tv-uitzending


Inmiddels zijn we al wat meer gewend op kantoor, waardoor het is rustiger was dan eerst. We hebben ons deze week bezig gehouden met nieuwe social media strategieën door de Facebook en Twitter-pagina’s van het museum onder handen te nemen. Hopelijk kunnen we deze in de toekomst inzetten om evenementen te promoten en informatie over het museum te geven. (Voor diegene die ons nog niet hebben gevonden, hier zijn de links naar Facebook en Twitter).
Verder hebben we de naamstempel die we hadden besteld binnen gekregen. Zo’n stempel wordt in Japan gebruikt in plaats van een handtekening, en nu kunnen wij ook onze stempel van goedkeuring zetten op documenten!


We zijn ook op bezoek geweest bij de NIB tv-studio. Deze week was er een uitzending over onze stage op Dejima, en de dag vantevoren zijn we op bezoek geweest om te helpen met editen. We hebben toen een rondleiding gekregen in de opnamestudio’s en mochten zelfs even in de stoel van de nieuwslezers zitten. Erg grappig, blijkbaar hebben nieuwslezers niet alleen uitzicht op een tv-scherm met hun eigen gezicht, maar zien ze ook een scherm waar hun handen op worden geprojecteerd. Zo kunnen ze hun aantekeningen lezen zonder naar beneden te kijken.


De uitzending zelf hebben we niet live gekeken, omdat we die avond een groots diner hadden van de toerismedivisie van het stadhuis, waar Dejima deel van uitmaakt. We hebben in Chinatown bij een luxe restaurant heel uitgebreid gegeten en gedronken, en veel nieuwe mensen ontmoet (ik denk dat ik volgende week alweer nieuwe visitekaartjes moet drukken!). Het was erg leuk om op deze manier te netwerken, omdat de sfeer erg ontspannen was.


In het weekend hebben we de berg Konpira beklommen met een groep Nederlandse en Japanse vrienden. Het was een flinke tocht (Konpira is 366 meter hoog), maar erg gezellig. In de bergen was een vliegerfestival aan de gang. Tijdens onze picknick hebben we gekeken naar een vliegerwedstrijd (waarbij deelnemers proberen elkaars touw door te snijden) en zelf ook nog even gevliegerd.


Het was al snel weer tijd om verder te klimmen, want we hadden de top van de berg nog niet bereikt. In de hitte was het even doorzetten, maar uiteindelijk is het gelukt. Het was helder weer en we konden heel ver over het landschap uitkijken. Na een tijd van het uitzicht te hebben genoten zijn we allemaal behoorlijk uitgeput naar huis gegaan. Het was een mooie afsluiter van het weekend, hoewel ik vrees dat ik de nieuwe week wel met spierpijn zal beginnen.




dinsdag 9 april 2013

VIPs op bezoek in Dejima

De eerste volle werkweek op Dejima zit erop! Het was wel druk en vermoeiend, maar heel erg leuk.
Onze eerste opdracht was het voorbereiden van een rondleiding voor Nederlandse bezoekers. Vorige week werd namelijk de nieuwe KLM-lijn geïntroduceerd die direct van Amsterdam naar Fukuoka (de grootste stad op dit eiland) vliegt. Met de allereerste vlucht kwam een groep VIPs die een paar dagen de omgeving bezocht. Omdat Dejima een symbool is voor de relaties tussen Japan en Nederland, kwamen de gasten ook naar het museum voor een rondleiding. We zijn natuurlijk nog maar net als stagairs begonnen, dus het was een uitdaging om deze week alle nodige kennis te verzamelen, maar dankzij onze baas en collega’s hebben we al veel geleerd over de geschiedenis van Dejima.

We zijn ook druk geweest met het maken van een brochure om de bezoekers achtergrondinformatie te geven over de geschiedenis van Dejima en de restauratie van het museum. Dat was erg leuk om te doen, en toen de brochure af was mochten we hem zelfs tijdens een vergadering aan de burgermeester overhandigen. De complimenten van de burgermeester maakten al het werk zeker de moeite waard!

Vrijdag was het dan eindelijk zover, het langverwachte bezoek en onze eerste rondleiding! Gelukkig hebben onze collega’s erg veel ervaring als gids, waardoor onze voornaamste taak was om de rondleiding te tolken. Maar omdat zo’n rondleiding erg snel gaat en je ook vragen moet kunnen beantwoorden, was ik blij dat ik me had ingelezen. Het was nog even wennen met een headset en luidspreker iedereen door het museum te leiden, maar dankzij de behulpzame collega’s en de geïnteresseerde bezoekers ging het volgens mij best goed! Ik vond het een hele leuke ervaring en kijk er naar uit tijdens mijn stage nog vaker rondleidingen te geven (hopelijk binnenkort zelfstandig).

(artikel in de Nagasaki Shimbun)

Een andere nieuwe ervaring die we hier opdoen is het omgaan met de media. Vorige week stonden we voor het eerst in de krant (zie mijn eerste verhaal), maar deze week hebben we bijna elke dag interviews gedaan met de radio (live in het Japans!), televisie en verschillende kranten. Gelukkig went het allemaal snel en word ik eigenlijk al niet meer nerveus van alle camera’s en microfoons.



Aan het einde van een geslaagde week zijn we met onze baas en een paar Nederlandse bekenden gaan eten en drinken. Het was erg gezellig en een mooie afsluiter van een drukke week!



In het weekend hebben vrienden van Rens ons meegenomen naar Unzen, een stad in de buurt die bekend staat om vulkanische activiteit. Hoewel de vulkaan al twintig jaar niet meer is uitgebarsten, komen er wel overal zwaveldampen uit de grond (het ruikt er een beetje naar bedorven eieren). Er zijn daar veel bronnenbaden die worden verhit met de natuurlijke warmte van de vulkaan, en daar hebben we natuurlijk gebruik van gemaakt.


In Obama, een dorpje verderop, was een festival aan de gang, waar we champon hebben gegeten (een soort noedelsoep die in de regio van Nagasaki een lokale specialiteit is) en optredens gekeken (o.a. van een vriendin van Rens). Alles in de regio staat in het teken van de natuurlijke bronnen, zoals een voetenbad (met 105 meter het langste van Japan!) en allerlei gerechten die in het hete water worden gekookt.



Hoewel in het dorpje Obama veel promotie is voor hun Amerikaanse naamgenoot, weten ze helaas zijn voornaam niet te spellen... (zie de foto rechtsonder)

zaterdag 6 april 2013

Terug in Japan: stage in Nagasaki

Ik ben inmiddels ongeveer een week in Japan en heb al veel meegemaakt hier. Op verzoek zal ik mijn best doen om tijdens mijn stage een weblog bij te houden!

Sinds onze aankomst in Nagasaki zijn we erg druk geweest. We waren nog net op tijd in Japan om de kersenbloesem te zien, die dit jaar erg vroeg bloeide en inmiddels in dit deel van het land helaas alweer van de bomen is gevallen.



Op het station van Nagasaki werden we ontvangen door onze baas en een tv-ploeg, die onze aankomst en de eerste werkdag op kantoor wilde vastleggen. Tijdens de eerste week zijn we voorgesteld aan iedereen in het museum en hebben visitekaartjes gemaakt. Die zijn erg belangrijk hier; na een week in Japan zijn ze alweer bijna op en mijn opbergboekje is al bijna vol. Ook hebben we een uitgebreide rondleiding op het stadhuis gekregen, waar het Dejima-museum deel van uitmaakt. We mochten zelfs thee drinken met de burgermeester van Nagasaki, en wederom waren er mensen van de televisie en de krant aanwezig om onze ontmoeting te filmen.


We lopen de komende maanden stage bij het museum vanDejima,om precies te zijn bij de Dejima Restoration Office. Sommigen van jullie kennen Dejima misschien van de roman van David Mitchell (“De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet”), maar voor diegenen die er nog niet mee bekend zijn zal ik een korte uitleg geven.
Japan was van 1639 tot 1853 afgesloten van de buitenwereld; Japanners mochten het land niet verlaten en buitenlanders mochten het land niet binnen. Een uitzondering op deze wetgeving was de handelspost Dejima, gelegen op een kunstmatig eiland aan de kust van Nagasaki. Hier waren de Nederlanders de enigen die in deze tweehonderd jaar met Japan handel dreven (op een Chinese handelspost in Nagasaki na). Dejima is hierdoor een symbool voor de lange relatie die Japan met Nederland heeft. Om dit bijzondere stukje geschiedenis te bewaren voert de Dejima Restoration Office werkzaamheden uit, zoals opgravingen en reconstructies van de gebouwen op het eiland.



Ook in het weekend werden we aan het werk gezet. Gelukkig was dit vooral in de vorm van een rondleiding in het museum en op de berg Inasa. Bovenop de berg hebben we genoten van de zon en het uitzicht, terwijl we uitleg kregen over de geschiedenis van Nagasaki en omgeving.


Verder heb ik de Nederlandse uitwisselingsstudenten uit Leiden ontmoet. Het was leuk om het studentenhuis waar ik een jaar heb gewoond weer te zien. We hebben samen een kattencafe bezocht, sushi gegeten en karaoke gedaan. Ik ben blij dat er ook dit jaar weer zulke leuke mensen in Nagasaki zijn!


Het voelt vreemd om na zo lang weer in Nagasaki te zijn. Het is verrassend hoe weinig er hier is veranderd, het voelt net alsof ik nooit weg ben geweest. Toch is het ook heel anders dan vorige keer; toen was ik hier voor studie, en nu voor een stage. Het is een heel andere ervaring om elke ochtend in pak op de volle tram stappen naar kantoor en de hele dag werken als deel van een Japans team, dan om als student op de campus van Nagasaki colleges te volgen. Ik ben benieuwd wat ik nog allemaal op me af zal krijgen in de komende periode, maar ik weet zeker dat ook mijn tijd als stagaire hier een waardevolle herinnering zal worden.